Het ‘belevingscentrum, waar we de afvalexpeditie begonnen, is een voorbeeld van wat er al mogelijk is. Het hele gebouw is demontabel en, op wat balken na, helemaal gemaakt van hergebruikte materialen: kasten en balken van zwembad- en gymzaalbankjes, stoelen van autovelgen, lampen van expansievaten en wel 13.500 stukjes hergebruikt hout en 4.000 wijnflessen voor de akoestiek.
Op het centrum ligt een dak voor bescherming van de materialen en daarop liggen weer zonnepanelen, wat voor de stroomvoorziening in het centrum wordt gebruikt.
Thierry Permentier, directeur van de stadsreiniging vertelt hoe de gemeente de ambitie van Almere om ‘Een Stad Zonder Afval’ te worden, wil waarmaken. Om zo veel mogelijk te kunnen doen met de materialen is een goede scheiding belangrijk. Daar is nog heel veel aan te doen. Te veel spullen, die ook een andere bestemming zouden kunnen krijgen, komen nu bij het restafval terecht.
Hij laat het plaatje zien van de afvalladder en een mogelijke kringloopverwerking. Hergebruik is de beste optie, het verbranden van spullen voor de warmte de laatste mogelijkheid. Het mooiste is een keten van kringloopcentra, die goede materialen weer verkopen, een sociale werkplaats/ repaircafé waar kapotte spullen weer gerepareerd kunnen worden en allerlei bedrijfjes die de weggegooide stoffen opnieuw als grondstof gaan gebruiken. Een tweedehands bouwmarkt zou ook goed in die keten passen. Nu wordt er wel gerecycled en opnieuw gebruikt, maar op kleine schaal. Wat Thierry betreft zou het bedrijfsmatiger slimmer kunnen en moeten. Niet alles hoeft tot financiële winst te leiden, want als je mensen een werkplek biedt en afval weer tot grondstof maakt, zorg je ook voor sociale en maatschappelijke winst.
Hij leidt ons rond over het terrein. In het Upcyclecentrum krijgen steeds nieuwe start-ups de kans om in drie jaar hun bedrijf op te bouwen. Zij gebruiken afvalmaterialen om nieuwe producten te maken. De afgelopen jaren zaten er zo’n 12-15 startende ondernemers in de bedrijfspandjes bij het centrum, waarvan meer dan de helft ook succesvol is doorgegaan. Dat waren o.a. een meubelmaker, een kledingmerk, een edelsmid, een parfummaker (bijv. van sinaasappelschillen en kerstbomen) en een metaalbewerker.
Om beter met de afvalstromen om te gaan moet er wettelijk nog veel veranderen. Nu mag niemand eenmaal weggegooide spullen nog gebruiken en maken gescheiden geld- en distributiestromen het lastig om sociale meerwaarde te creëren. En de politiek is het vaak wel eens over de koers van het beleid, maar de beschikbare financiën bepalen tenslotte wat er echt in praktijk gebeurt. Er is dus nog veel (circulair) werk aan de winkel.

