Donderdag 3 oktober is het onderzoeksrapport naar de procesgang Oostvaarderswold behandeld in Provinciale Staten. Aan het begin van de vergadering heeft gedeputeerde Witteman namens Gedeputeerde Staten een verklaring afgelegd en collectief en collegiaal hun verantwoordelijkheid genomen voor de gebeurtenissen rond het dossier Oostvaarderwold. De gedeputeerden zijn nu demissionair. Op initiatief van de VVD worden de komende weken gesprekken gevoerd wat moet leiden tot een nieuwe coalitie en een nieuw college.

Hieronder volgt de bijdrage in het debat van fractievoorzitter Simon Miske.

Voorzitter,

Het feit dat het Ministerie EZ, L&I (voorheen LNV)  geen medewerking heeft verleend aan het onderzoek zie we als een soort schuldbekentenis. Immers, als je niks te verbergen hebt kun je gewoon mee werken aan het onderzoek. Het niet nakomen van hun financiele toezeggingen en door niet de wettelijk verplichte Midterm Review op te stellen in 2010 is de financiele bodem onder het project OVW weggeslagen.
 
De onderzoekscommissie heeft kritiek op het feit dat het college het project Oostvaarderswold heefft doorzet terwijl er herhaaldelijk kritische geluiden zijn geweest, zowel binnen Provinciale Staten en ook daarbuiten (zoals agrariers). Alle Statenfracties zijn akkoord gegaan met deze conclusie. GroenLinks ziet veel overeenkomsten met een ander project uit de Investeringsagenda, namelijk de uitbreiding van vliegveld Lelystad. Ook bij dit project zijn er herhaaldelijk kritische geluiden geweest, zowel binnen Provinciale Staten als daarbuiten (zoals agrariers). Het ligt dan voor de hand om ook dit project te stoppen.

GS is in het project OVW voortvarend te werk gegaan, waarbij vanaf het begin ingezet is op het verkrijgen van commitment. Wij hebben als fractie hier waardering voor. De ambitieuze werkwijze heeft er toe geleid dat de provincie veel verplichtingen is aangegaan. Hiermee nam GS echter ook financiele risico's. Op zich is dat geen probleem. Je moet risico's durfen nemen, anders kom je nergens. Belangrijk daarbij wel is dat je de risico's scherp in beeld hebt zodat er een goede afweging gemaakt kan worden. Uit het onderzoek blijkt dat in 2009 en 2010 de risico's onvoldoende in kaart waren gebracht. Dat is GS kwalijk te nemen.
 
De gekozen strategie van het voortvarend werken aan een 'point of no return'  heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd. Met de kennis van toen was het een goed verdedigbare strategie. Ook in lijn van de afspraken met PS: voortgang zodat er snel duidelijkheid komt voor de agrariers. Nadeel echter was dat het en soort 'alles of niets'-strategie is.  Was het goed afgelopen dat was waarschijnlijk iedereen vol lof. Nu het niet goed is afgelopen wordt er kritisch geoordeeld.  Kennelijk was GS zo overtuigd van haar gelijk dat het erg lang heeft geduurd voor er alternatieven werden ontwikkeld.  Het alternatief in de vorm van een vitale coalitie met marktpartijen als WNF was goed bedacht en uniek voor Nederland. Helaas kwam dit alternatief te laat. Erg jammer dat het de realisatiefase nooit heeft bereikt.

PS heeft gedurende het proces wel kritische vragen gesteld maar hebben onvoldoende doorgepakt. Ze heeft hiermee onvoldoende invulling gegeven aan haar controlerende rol. PS had moeten doorvragen op de financiele risico's maar hebben omwille van de voortgang is toch ingestemd. Hiermee is de Provinciale Staten mede verantwoordelijk voor het debacel.  Hier ligt voor PS een belangrijk leerpunt.

Tot slot
De onderzoekscommissie beveelt aan om generieke afspraken te maken met betrekking tot het informeren van Provinciale Staten. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een Handvest Actieve Informatieplicht. Hiervoor wordt ook een motie ingediend. Wellicht is het een verduidelijking maar we hebben niet de illusie dat met en dergelijk handvest alle problemen zijn opgelost. Want wat is nu precies goed informeren? Grote kans dat GS daar een ander beeld bij heeft dan PS.