Een jaar gelden had de GroenLinks Statenfractie al aan Gedeputeerde Staten van Flevoland vragen gesteld over het boren naar schaliegas. Als gevolg daarvan heeft GS de minister verzocht om nog geen (vergunde) opsporingsboringen uit te voeren in de Noordoostpolder.

GroenLinks heeft samen met Partij van de Dieren heeft op 14 november een zeer ruime
meerderheid weten te krijgen voor de motie ‘Flevoland schalievrije gemeente’. Alle partijen,
behalve de PVV, vinden dat de winning van onconventionele gassen (zoals schaliegas)
niet passen in de Flevolandse visie op duurzaam gebruik van de ondergrond, zolang de
consequenties niet helder in beeld zijn gebracht (voorzorgsprincipe).

Hieronder de volledige tekst van de motie ‘Flevoland schalievrije provincie’:

Provinciale Staten van Flevoland

In vergadering bijeen op 14 november 2012

Constaterende dat
• Inmiddels 39 gemeenten zichzelf schaliegasvrije gemeente hebben verklaard
• B&W van de gemeente Lelystad op 4 september 2012 besloten heeft zich daarbij aan te
sluiten, en vooralsnog geen medewerking te verlenen aan vergunningen die de opsporing en
winning van schaliegas en/of steenkoolgas mogelijk maken.
• Voor Noordelijk Flevoland door het Rijk een opsporingsvergunning voor schaliegas is
afgegeven waarmee proefboringen kunnen worden uitgevoerd. Het standpunt van de
gemeente Noordoostpolder is dat geen beslissingen over meewerken zullen worden
genomen voordat er duidelijkheid is over mogelijke effecten.

Overwegende dat
• Voor de winning van onconventionele gassen, zoals steenkoolgas en schaliegas vele
boringen benodigd zijn met groot gevaar van verontreiniging van grondwater en weglekken
van giftige gassen, met alle gevolgen voor volksgezindheid en milieu. Ook het risico op
bodemverzakkingen en risico voor aardschokken nog niet zijn in te schatten.
• De provincie in het kader van de Mijnbouwwet over de winning van onconventionele
gassen advies moet uitbrengen

Spreken als Provinciale Staten uit dat:
• Winning van onconventionele gassen niet past in de Flevolandse visie op duurzaam
gebruik van de ondergrond, zolang de consequenties niet helder in beeld zijn gebracht
(voorzorgsprincipe)

En gaan over tot de orde van de dag.