Hieronder is de bijdrage te lezen die fractievoorzitter Bas de Reus namens GroenLinks uitsprak bij de behandeling van deze nota. Omdat de nota in verschillende delen behandeld werd, hebben we het herschreven tot één verhaal.

“Allereerst wil ik graag onze dank uitspreken aan de ambtelijke organisatie. De Perspectiefnota is een relatief kort, overzichtelijk en goed leesbaar stuk geworden. 

We zijn blij met het totaalpakket dat wordt voorgesteld in deze Perspectiefnota. De afspraken uit het Coalitieakkoord blijven overeind, wat zorgt voor een stabiel beleid, er wordt geld gereserveerd voor de komende PS-periode en er is ruimte voor enige nieuwe voorstellen. 

Daar zitten enkele goede voorstellen bij, inzet voor CO2 vermindering van onze infrastructuur, de waterstofeconomie en bestuurlijke vernieuwing, om er maar een paar te noemen. Met andere voorstellen, zoals extra procesgeld voor de landschapsvisie, een verbouwing van het Provinciehuis en een gebrekkige ambitie op onze energiedoelen, zijn we nu minder blij. 

De Perspectiefnota is een redelijk evenwichtig verhaal geworden, wat volgens ons recht doet aan de samenstelling van onze Staten.

Het gevaar daarvan is natuurlijk dat er geen duidelijke richting wordt gekozen, en dat gebeurt hier ook een beetje. 

De afzonderlijke thema's en voorstellen; klimaat en energie, stikstof, corona, natuur, zijn logisch, maar de samenhang tussen de verschillende visies en voorstellen ontbreekt.

We vinden dat echte keuzes niet worden gemaakt. Het college lijkt de lastige keuzes toch vooral voor zich uit te schuiven. 

Er wordt bijvoorbeeld gepleit voor een gezonde leefomgeving, maar die bereik je lastig als je nieuwe wegen blijft aanleggen, busritten schrapt en de mobiliteit per auto niet vermindert. 

Ook wordt bijvoorbeeld gesteld dat de biodiversiteitscrisis serieus wordt genomen, maar we nemen vervolgens geen echte maatregelen in de landbouw. 

Kortom, we missen wel een beetje durf om echt te kiezen. We snappen dat je in een college met zes partijen uitkomt in het midden, maar iets meer ambitie en richting had van ons best gemogen. 

Bovendien missen we een integrale visie op Flevoland. Wat voor provincie willen we zijn, en hoe komen we daar? En welke lastige beslissingen zijn daarvoor nodig? Wat gaan we laten? 

GS roept in deze nota op tot een gesprek op een hoger abstractieniveau, en het lijkt ons heel goed om die gesprekken te gaan voeren, en te blijven voeren. Wat ons betreft zijn de evaluatie van de Omgevingsvisie en de Ruimtelijke kaart hier goede momenten voor. Ook wordt er gesproken over een afwegingskader voor het afwegen van belangen. We zijn benieuwd naar de planning daarvan. 

In die gesprekken zal de zorg voor het klimaat een belangrijk punt voor ons zijn. Al jarenlang roepen verschillende instanties om meer aandacht voor het klimaat. Waar dat eerst vooral natuur- en klimaatgerelateerde clubs waren, raken nu eindelijk ook steeds meer andere instanties zich bewust van het belang van actie.
Zo was daar bijvoorbeeld recent nog het onderzoek van De Nederlandsche Bank, die constateert dat de klimaatinvesteringen flink moeten worden opgeschaald en de overheid hier een veel sterkere regierol in moet nemen. De DNB constateert dat langer wachten met actie leidt tot flinke schade aan de economie en de financiële sector. Klimaatverandering raakt niet alleen onze ecosystemen, maar ook onze financiële stabiliteit. 

Even daarvoor is er een onderzoek uitgekomen van verschillende universiteiten over de wereld, die concludeerden dat de economische schade door biodiversiteitsverlies tot 4 keer groter is dan we altijd hebben gedacht. 

En, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de rechter van zojuist, waarbij Shell wordt gesommeerd veel meer te doen aan vermindering van CO2-uitstoot, om ziektes en sterfgevallen te voorkomen. 

Er zijn onderzoeken genoeg. Het enige wat al jaren ontbreekt, is echte politieke wil om moeilijke besluiten te nemen. Klimaat niet meer als sluitstuk van de begrotingen, maar als basis voor het beleid.  

Ook in Flevoland kan het wel een tandje sneller: laatst lazen we dat we het klimaatdoel van 2030 niet halen als we niks doen, en wat zegt het college? Helaas, we gaan ons op andere zaken richten. 

De urgentie lijkt nog steeds niet altijd voldoende doorgedrongen. Daarom dienen wij samen met de PvdD een motie in om de noodtoestand voor het klimaat uit te roepen. 

Ook denken wij dat er op sommige thema's echt te weinig voortgang wordt geboekt en de ambities nog te laag zijn. Als voorbeeld wil ik daar graag de landbouwtransitie uitpikken. 

We onderschrijven het belang hiervan al jaren, maar er worden slechts vijf regels aan geweid in deze nota. Het enige concrete punt dat er nu over instaat is deelname aan de Agro Expert Raad. Het lijkt er soms op dat dit vooral op papier een ambitie is. 

Daarom willen we het college graag vragen wat zij zien als de rol van de provincie, hoe ze de transitie gaan bewerkstelligen en welke concrete maatregelen er zijn genomen om deze transitie in de volle breedte te realiseren. 

In de Perspectiefnota geeft GS verder aan het belangrijk te vinden dat we in Flevoland goed samenwerken en dat we steeds meer werken als één overheid. Wij zijn het daar roerend mee eens. 

De kerntakendiscussie vinden we behoorlijk ouderwets, zaken als gezondheid, zorg, cultuur, onderwijs en ontwikkeling zijn ingewikkelde thema's die aandacht vragen op verschillende niveau's. 

Ook zien we dat gemeenten het lastig hebben om deze taken goed in te vullen, door een gebrek aan voldoende geld en middelen. 

Daarom onderschrijven we verschillende moties die zijn ingediend op het gebied van brede welvaart, over onder andere laaggeletterdheid en de inclusieve arbeidsmarkt. 

Ook willen we niet onbenoemd laten dat we samen met de SP een motie over de Lelylijn hebben geschreven. Het belang hiervan zien we volgens mij allemaal in de provincie. Nu de formatie zo ongeveer gaat beginnen lijkt het ons goed dit belang nog eens te onderschrijven in Den Haag en GS daarvoor een steuntje in de rug te geven. 

Laat ik positief afsluiten. We zijn blij dat er eindelijk wat meer aandacht lijkt te komen voor natuur, bossen en biodiversiteit. Natuurlijk zijn er vele miljoenen meer voor nodig, maar beter beleid hoeft niet altijd veel geld te kosten. Ook vinden we de mogelijke realisatie van een Rijksontwikkelbedrijf Flevoland een zeer interessante ontwikkeling.
Tot slot zijn we erg blij met de aandacht voor bestuurlijke vernieuwing en voor een circulaire en duurzamere economie.”