De consumptie van dierlijke eiwitten zorgt voor veel uitstoot van broeikasgassen. Dit gaat ten koste van de biodiversiteit en bodemkwaliteit, het zorgt voor verdroging en voor veel dierenleed. Daarnaast is de productie van dierlijke eiwitten heel inefficiënt. De provincie Flevoland gaat zoeken naar mogelijkheden om de productie en consumptie van plantaardige eiwitten te vergroten.

GroenLinks heeft samen met PvdD en het CDA een motie ingediend om de plantaardige eiwittransitie te versnellen. Flevoland heeft een grote landbouwsector. Juist voor deze sector liggen er kansen om plantaardige eiwitten te gaan produceren. De productie is beter voor het klimaat, de biodiversiteit, bodemkwaliteit en de verdrogingproblematiek. Een flinke biefstuk leidt tot een gelijke hoeveelheid broeikasgasuitstoot als vijftig kilometer rijden in een ruime middenklasser. Kaas is ongeveer even milieubelastend als vlees. De consumptie van plataardige eiwitten is ook goed voor de gezondheid.

Met de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart zal de vraag naar eiwitten en eiwitrijke producten de komende jaren blijven stijgen. Om deze groeiende, meer stedelijke en welvarende wereldbevolking te voeden moet de voedselproductie met 70% stijgen tot het jaar 2050. Met de huidige inefficiënte (en milieu- en dieronvriendelijke) voedselsystemen is het onmogelijk de groeiende wereldbevolking te voorzien van voldoende eiwitten van hoge kwaliteit. Gemiddeld in Nederland is 63% van de eiwitten in menselijke voeding van dierlijke oorsprong (o.a. vlees, vis, zuivel) en 37% van plantaardige oorsprong.Eiwittransitie is de overgang van traditionele eiwitbronnen, zoals zuivel, vlees en soja, naar alternatieve bronnen, zoals eiwit uit landbouwgewassen, aquacultuur of insecten.

De eiwittransitie is een van de belangrijkste thema’s als het gaat om verduurzaming van ons voedselpatroon en systeem. Want 30% van onze voetafdruk wordt bepaald door ons voedsel. De grootste impact van die enorme voetafdruk wordt gevormd door de vlees- en zuivelindustrie. Dat heeft te maken met de enorme inefficiëntie van het omzetten van bestaande plantaardige massa in dierlijke massa. Het direct consumeren van plantaardig voedsel betekent zeven tot vijftien keer zoveel voedsel voor menselijke inname (voedselzekerheid). En naast besparing op water, energie en broeikasgassen (wereldwijd voor 20% van de vlees/zuivel industrie), betekent het ook een stimulans van de gezondheid en bedrijfsvoordelen zoals verlagen van verzuim, hogere medewerkerproductiviteit, en gezondheid.