Provincie Flevoland is in februari gestart met de planologische-juridische procedure van Flevokust, de overslaghaven met containerterminal en industrieterrein ten noorden van Lelystad. De provincie wil via bestuurlijke druk, een provinciaal inpassingsplan, Flevokust realiseren. GroenLinks Statenfractie maakt bezwaar tegen deze manier van ‘samenwerken’. De provincie moet het democratisch besluit van de gemeenteraad van Lelystad respecteren.

Op 28 januari j.l. heeft de gemeenteraad van Lelystad in grote meerderheid een motie aangenomen waarin ze uitspreken voldoende inhoudelijke aanknopingspunten zien om samen te werken met de provincie aan een alternatief plan Flevokust. Duidelijke voorwaarde is dat dit zonder bestuurlijke drukmiddelen, zoals een inpassingsplan, moet gebeuren. De huidige aanpak van de provincie en de start van de ruimtelijke procedure gaat juist uit van een inpassingsplan. GroenLinks roept de provincie op het democratische besluit van Lelystad te respecteren en de gemeente juist te ondersteunen, niet te overrulen.



Met de start van de planologische-juridische procedure zijn diverse documenten ter inzage gelegd. De reactietermijn hierop is verkort naar 4 weken terwijl 6 weken gangbaar is. Een motie van GroenLinks en D66 om de reactietermijn juist te verlengen zodat ook de nieuwe gemeenteraad een zienswijze kan indienen heeft het niet gehaald.



GroenLinks is het er niet mee eens dat het College van Gedeputeerde Staten nu verder gaat met de plannen voor Flevokust. Het moet de gemeenteraadsverkiezingen afwachten en in goed overleg met de nieuwe raad een nieuw plan ontwikkelen voor Flevokust.



GroenLinks is, net als de gemeenteraad, voor een haven maar tegen het oude voorstel. Vervoer over water is beter dan per as en het creëert werkgelegenheid in Lelystad. De ophoging van het terrein en de realisatie van een nieuw industrieterrein (zware milieucategorie 4 en 5) ligt gevoelig bij de inwoners. Het is daarom van groot belang dat er een plan komt wat kan rekenen op een breed draagvlak. De milieu- en financiële risico’s moeten tot een minimum worden beperkt. Aangezien de gemeente het dichtst bij haar inwoners staat moet de gemeente moet het plan maken, niet de provincie.