Het kabinetsbesluit over de uitbreiding van Almere ligt er. We hebben de brief Rijksbesluiten Amsterdam Almere Markermeer, de RAAM brief vorige week ontvangen. Het is een veelomvattende brief en dat is mooi. We hebben altijd gezegd dat de eventuele uitbreiding van Almere in een brede context gezien moet worden. Uitgroeien naar de vijfde stad van Nederland doe je niet geïsoleerd, maar in samenhang met de ontwikkelingen in de wijde omgeving. Als provincie zijn we nauw betrokken bij de verschillende projecten die in de RAAM brief genoemd staan en dat heeft ook effect gehad. .
Als we bijvoorbeeld kijken naar de middelen die het kabinet beschikbaar stelt voor de realisatie van volwaardig HBO onderwijs in Almere en Lelystad kunnen we spreken van een prima resultaat. Wel moet de kanttekening geplaatst dat dit resultaat alleen behaald is door de grote investering die Flevoland, Almere en Lelystad in het project doen. Het rijk komt er vanuit dat oogpunt gezien misschien toch met een koopje van af.
Als ik de brief lees blijft er bij mij overall toch een ambivalente indruk achter.
Aan de ene kant schaart het rijk zich achter de verschillende voorstellen vanuit de regio zoals westelijke oriëntatie, toekomst bestendig Markermeer IJmeer, goede verbindingen richting Gooi en Utrecht, enzovoort. Aan de andere kant worden er nog veel voorbehouden gemaakt en wordt tijd gekocht door op verschillende aspecten nader onderzoek voor te stellen of zelfs nadere preverkenning, terugval scenario’s te benoemen en fasering binnen de fasering aan te brengen.
Als wij kijken naar een ontwikkeling van Almere tot volwaardige grote stad denken we aan veel meer dan 60.000 huizen erbij. Als je Almere uitbouwt op de bestaande manier dan creëer je een eenvormige stad met een eenzijdige demografische opbouw, met een dominante wat ik maar even ‘voorstad-cultuur’ zal noemen en met een enorme hoeveelheid mensen die met de auto overal heen reizen. Zitten we daar op te wachten?
De opgave is dus om een pluriforme stad met culturele diversiteit en goede grootstedelijke voorzieningen te ontwikkelen, waar bovendien voldoende werkgelegenheid zal zijn. Over deze aspecten zien wij in de RAAM brief, uitgezonderd de realisatie van de Hogeschool, erg weinig terug. Betekent dit dat het kabinet dat als een strikt lokale opgave ziet? Of wordt er verwacht dat de provincie een deel van die opgave gaat realiseren? Als dat zo is zullen we heel wat uit te leggen krijgen aan de andere gemeenten in onze provincie!
Ook over de bereikbaarheid valt het nodige te zeggen. Ons uitgangspunt is dat de OV verbindingen richting Amsterdam en Utrecht klaar moeten liggen zodra je de stad gaat uitbreiden. Als de nieuwe inwoners van de uitbreidingswijken eenmaal noodgedwongen in de auto zijn gaan zitten is het erg moeilijk om ze daar weer uit te krijgen. Kunnen ze daarentegen vanaf het begin met hoogwaardige verbindingen in de Randstad komen dan heb je al een halve wereld gewonnen en onze duurzaamheidambities weer een stapje dichterbij gebracht.
In de RAAM brief gaat het kabinet uit van forse investeringen vanuit de provincie en Almere. Het recent verschenen Cebeon rapport (onderzoek naar de financiële situatie van de provincie Flevoland op middellange en lange termijn) wijst uit dat we zonder schaalsprong met de beschikbare middelen al tekort gaan komen. Wil Flevoland de schaalsprong als provincie aan kunnen dan zal er dus heel veel moeten gebeuren aan de inkomsten van de provincie. Besluitvorming daarover vindt pas later plaats en wordt gekoppeld aan beslissingen rond gemeentefonds en provinciefonds. Ook op dit punt dus nog geen duidelijkheid.
Het is al met al dus met ambivalente gevoelens dat we de RAAM brief bekijken. Het begin is er maar waar we gaan uitkomen weten we nog lang niet.