Natuurlijk doe ik dat graag. Normaal heb ik ook geen enkele moeite om een stuk tekst te beginnen. Alleen: er is zoveel te vertellen! Waar begin ik? Wat laat ik weg? Ik bedenk me dat niet alles in 1 blog hoeft. Laat ik als eerste iets vertellen over de samenwerking in het college.

Ook als college hebben we door de coronacrisis maandenlang in onze huizen opgesloten gezeten. Vanachter onze laptops hebben we alle collegevergaderingen, bilateraaltjes en portefeuille-overleggen gedaan. Dat ging goed en efficiënt, maar ik vond het wel spannend doordat het thuiswerken zolang duurde. Efficiënt samenwerken is één ding, maar wat als het gaat schuren op inhoud? Dan helpen humor, een goede verstandhouding en wat korte gesprekjes op de gang normaliter enorm. Gelukkig bleek dat de investeringen die we in het team hadden gedaan - aantal 2-daagsen en regelmatig informeel overleg over thema’s - een goede basis te vormen. We zijn er goed doorheen gekomen. Dat wil wel niet zeggen dat het nooit op inhoud botst. Het is geen verrassing dat de flanken van dit college - de VVD en GroenLinks - weleens lijnrecht tegenover elkaar staan. Dan is het gesprek af en toe best stevig, maar het blijft altijd respectvol. Ik heb tegen Jan de Reus (VVD-gedeputeerde in ons college) onlangs nog gezegd: ‘We zouden beiden geen knip voor de neus waard zijn, als het tussen ons niet af en toe zou knetteren in het college”. 

Wat is het inhoudelijk resultaat van deze gesprekken? Sla ik dan een deuk in een pakje boter? Door mijn inbreng schuift de inzet op naar de meer wenselijke richting. Soms komt er een oplossing door een scherpere formulering of een compromis. Soms wint de één, soms de ander. De wereldverbeteraar in mij wil natuurlijk het liefst alle groene plannen zo snel mogelijk in gang zetten, dus ja ik ben wel eens gefrustreerd. De realist in mij zegt: het is goed in evenwicht. Er is meer aandacht voor de groene en sociale aspecten. En; we hebben meer invloed dan ooit!

Als nieuw lid in het college heb je natuurlijk een enorme achterstand aan dossierkennis. Het eerste jaar heb je echt nodig om alle context rond de stukkenstroom te doorgronden. Gelukkig is er een fantastisch team van ambtenaren die altijd klaar staan om mijn vragen te beantwoorden. Als nieuweling heb je ook een voordeel: je bent nog niet meteen onderdeel van het systeem, waardoor je input verfrissend kan zijn. Zelf vind ik, net als de fractie, de relatie met de oppositie erg belangrijk. Tot voor kort waren wij immers zelf nog in die positie. Dus merk ik dat ik net wat vaker dan mijn collega’s hier aandacht voor vraag. Ook over ingesleten patronen stel ik met regelmaat een verwondervraag. Dat levert soms een nieuwe dynamiek én inzichten op, en dat is ook een vorm vanverandering teweeg brengen.

In de laatste week van augustus hebben we als college weer een 2-daagse kunnen houden in levende lijve. Ook al voelt het strak anderhalve meter aanhouden onnatuurlijk aan; de 2-daagse was een sociaal infuus voor onze samenwerking. We merken ook dat het creatieve proces veel beter op gang komt als je een groepsgesprek voert waarbij je elkaar in de ogen kijkt. 

De komende tijd hebben we belangrijke stappen te maken; sinds de vorming van de coalitie heeft de crisis rond stikstof zich verdiept, zijn door Corona de zorgen rondom gezondheid en economie flink gegroeid en is er een motie aangenomen in de Tweede Kamer over de bouw van 100.000 extra woningen in Flevoland. Er is werk aan de winkel! De fractie en ik zitten er bovenop om te zorgen dat er aandacht is voor een groen, sociaal en duurzaam herstel uit de huidige crisis.